Gordelchampignon

De gordelchampignon (Agaricus subperonatus) behoort tot een uitgebreid genus van paddenstoelen die zowel eetbare als giftige familieleden bevat. Men denkt dat er wel 300 verschillende soorten op een familiereünie zouden kunnen komen.
Deze soort heeft een hoed van zo'n 12 centimeter in doorsnede. Deze hoed begint zijn leven als halfbolvormig, terwijl hij later vlak gewelfd zal worden. Hij is bedekt met kenmerkende nogal grove, donkerbruine vezelschubben op een lichtere ondergrond. De steel is ongeveer de helft van de lengte van de diameter van de hoed, dus een zes centimeter. In de zomer en herfst leeft de gordelchampignon eenzaam (solitair) of in kleine groepen op een voedselrijke bodem, vaak op wat verstoorde plaatsen, zoals wegbermen.

Het vlees van de gordelchampignon is wittig en vettig. Na het doorsnijden zal het, onder invloed van de inwerking van de lucht al snel verkleuren tot lichtroze. De geur en smaak zijn daardoor in het begin fris-fruitig, maar zal al snel onaangenaam worden.

De meningen zijn wat verdeeld als het gaat om de eetbaarheid van de gordelchampignon. Omdat hij bij sommigen maagproblemen kan veroorzaken, zou je met een beetje van deze paddenstoel moeten beginnen. Let wel, die 'minimale' giftigheid is het gevolg van de aanwezigheid van kleine hoeveelheden agaritine. Dat stofje wordt in de nieren van zoogdieren, waaronder de mens, afgebroken door enzymen. Van de overblijvende stofjes (metabolieten) is vastgesteld dat ze maagkanker en blijvende DNA-schade bij muizen tot gevolg hebben[1][2].

Laat die gordelchampignon dus maar lekker in het bos staan. Daar staat hij veilig voor zichzelf en voor jou.

[1] Toth et al: Gastric tumorigenesis by a single dose of 4-(hydroxymethyl)benzenediazonium ion of Agaricus bisporus in British Journal of Cancer – 1982 
[2] Shephard, Schlatter: Covalent Binding of Agaritine to DNA In Vivo in Food and Chemical Toxicology – 1998

Geen opmerkingen:

Een reactie posten